Ik pak een mandje (want zoveel heb ik niet nodig. Meest onderschatte gedachte in dit universum) en start mijn wandelroute door de supermarkt. Ik heb een beetje haast want ik krijg visite vanavond. Na de groenten- en fruitafdeling heb ik immense spijt dat ik voor een mandje heb gekozen in plaats van een winkelwagen. Keuzes maken is nooit mijn sterkste punt geweest. Met het oog op alles wat ik nog nodig heb kan ik twee dingen doen. Eén: teruglopen en het mandje omwisselen voor een winkelwagen. Twee: doorlopen met alle risico’s van dien. Ik kies optie twee. Living on the edge.
Ik loop verder en vul mijn mandje met meer kwetsbare artikelen. Ik irriteer me aan mensen die precies dáár gaan staan waar ik ook moet zijn. Ze denken gemiddeld drie minuten na over welke tomaat er het beste uitziet. Pak een tomaat en loop door. Ze zijn allemaal rood en volgespoten met gif. So vegan. Ik laad wat bananen, kiwi’s, peterselie en (zeer breekbare) bosui in mijn mandje en loop verder richting de koek- en chipsafdeling. Mijn favoriet.
Mijn mandje vult zich als vanzelf met koekjes, chocolade, rijstwafels en chips (ook wel: lucht. Vereist veel ruimte). Ik werp een blik op mijn mandje en ik zie heel veel, behalve plek voor het drinken waarvoor ik eigenlijk naar de supermarkt ging.
Supermarkten hebben meestal één ding gemeen: het drinken staat altijd aan het einde. Waarom? Al sla je Joost dood (Maxime in ’t Groen). Ik sta voor het bierschap en bedenk hoe ik dit moet aanpakken. Nee, ik ga NIET terug om een winkelwagen te halen. Consequenties, Maxime. Oorzaak, gevolg.
Ik kom tot de conclusie dat het bouwen van een soort Jenga-toren van wijnflessen, blikjes bier en colaflessen de beste optie is voor dit moment en ik zet mijn mandje op de grond voor een stabiele basis. Ik start met de bouw van de toren en ondertussen verzoek ik alle Goden vriendelijk om ervoor te zorgen dat de bananen en kiwi’s die onderin liggen niet uit hun schil worden geperst en hun sappen niet worden vermengd met stukjes rijstwafel en chips die even daarvoor uit de verpakking zijn geklapt. KANT EN KLARE SONDEVOEDING MAAK IK ERVAN. LEKKER GEZOND, LEKKER SABBELEN! HOOR JE? RIETJE ERBIJ OF KAN IK BETER HET HELE MANDJE BOVEN JE BEK HOUDEN? DRUPPELT HET ER VANZELF LEKKER IN.
Ik sta op met het mandje in mijn elleboogholte (is dat een ding?). Mijn benen trillen want de inhoud is nogal zwaar. Tijdens het opstaan rollen er twee blikjes Redbull van de stapel. Fuck. Ik buk wederom met het mandje in mijn elleboogholte, raap de blikjes op die allebei precies een andere kant op zijn gerold en verlaat het drankschap met een honderd kilo wegende Jenga-toren in mijn rechterhand en twee blikjes Redbull tussen de vingers van mijn linkerhand. Ik laat een spoor van druppelend kiwipis en bananensmegma met stukjes zacht geworden chips achter. Ik vind boodschappen doen onwijs leuk en ik hoop dat het nog lang duurt voor ik bij de kassa ben.
Rood aangelopen, chagrijnig, enigszins bezweet en met kramp in mijn onderarm arriveer ik bij de kassa. Er zijn drie kassa’s open. Ik kies uiteraard de kassa waar de minste mensen staan. Al snel sluiten er drie andere mensen achter mij aan in de rij. Drie zielen, één gedachte. Hoera. Ik wacht tot er een klein stukje band vrij is om mijn boodschappen op te plaatsen. Het moment is bijna daar. Ik maak een plan de campagne over hoe ik dit het beste (en vooral het snelste) kan aanpakken. Ik zet het mandje op de grond en met mijn handtas nog om mijn schouder begin ik te bukken om de spullen uit het mandje te halen en op de band te plaatsen. Bij elke keer dat ik buk om iets uit het mandje te tillen dondert mijn handtas van mijn schouder en vormt zich een gordijn van haar voor mijn gezicht. Mensen die mij kennen weten hoe dit eruit ziet en hoe blij ik hiervan word.
Ik krijg een kleine paniekaanval als ik: ”GOEDEMIDDAG!” hoor. Dit is het startsein waarop de caissière begint met het scannen van mijn boodschappen. Ik ben buiten adem van het herhaaldelijk bukken, heb een schouderhernia van die handtas die steeds van mijn schouder valt en ik heb haren in mijn mond. ”Hallo!”, roep ik terug met mijn kont naar achter en mijn handen roerend in de kiwipis om de rest van de boodschappen uit het mandje te vissen. Ik hoor de bekende piepjes en ik maak haast. Zouden caissières in therapie moeten na een X aantal jaar omdat ze die piep voor altijd blijven horen? Mijn taak om de boodschappen op de band te laden is voltooid en ik sta met een leeg mandje in mijn handen. Het mandje moet terug naar het verzamelpunt. AAN HET BEGIN VAN DE KASSA, OF ALL PLACES. WAAROM AAN HET BEGIN? DAAR STAAN MENSEN, OKE?
Ik excuseer mij zes keer, sla één wachtende achter mij per ongeluk knock out en baan mij een weg naar het verzamelpunt van de mandjes. Ik gooi op de valreep nog twee plastic tassen op de band (die heb ik thuis nog niet voldoende) en begin de boodschappen als een kip zonder kop in het plastic te smijten. So vegan, again. De caissière is klaar. Ik niet. Maar… In plaats van dat ik op mijn dooie gemak verder ga met inpakken, iedereen laat wachten en daarna ga afrekenen……………… Staak ik mijn inpak-werkzaamheden en reken ik eerst af. Horen jullie dat, (oude) menschen? Als de vriendelijke dame (of heer) achter de kassa het te betalen bedrag noemt, stop je onmiddellijk met het inpakken van je tas en ga je gewoon betalen met je luie aars. Het is een ongeschreven regel. Iemand die na aankondiging van het bedrag eerst rustig verder gaat met inpakken en daarmee de caissière én andere klanten laat wachten mag met een enkeltje in een te klein snoepstringetje naar Pluto gebracht worden. (Irritant volk dat eerst alle weekboodschappen laat scannen, luid staat te praten met iemand in de rij en de boel pas gaat inpakken ná de betaling met als gevolg dat de volgende persoon in de rij halsbrekende toeren uit moet halen om zijn of haar boodschappen te kunnen grijpen omdat die gescheiden moeten worden door zo’n gekke ruitenwisser ook, trouwens. Lange zin).
Heeft u een bonuskaart?
Nee, die ben ik vergeten.
Wilt u boodschappenzegels?
Nee, dankje!
Wilt u voetbalplaatjes?
Nee, dankjewel!
Spaart u mee voor een dagje uit?
Nope!
Wilt u kaas? Wilt u zes petten met propellor? Wilt u een luchtballon?
….
Dat is dan €46,67, alstublieft.
Kan ik pinnen?
Ja hoor, ga uw gang.
Magneetstrip geweigerd. Natuurlijk. Sorry mensen, kaartje moet erin met pincode.
Bonnetje?
Nee hoor, dankjewel.
Fijne dag!
Joe jij ook, werkze!
Ik sleep de tassen van de band en voel dat het gewicht niet helemaal puik verdeeld is. Er gaat iets niet best met de zwaartekracht en nog voor ik de winkel uitloop begeeft het hengsel van de dranktas het. Ik vind er niet zoveel aan om volwassen te zijn.