Hoe is het? Druk!
Tot een jaar geleden was dit mijn standaard antwoord op de ”hoe-is-het-vraag”. Altijd druk, druk, druk. Geen tijd. Alle vragen die begonnen met zou jij…, kun jij… of wil jij…, beantwoordde ik volmondig met ja. Ik ging maar door. Elke dag, elk uur van de dag was ik bezig. Mijn dagen waren tot weken, soms zelf máánden vooruit van ’s ochtends tot ’s avonds laat helemaal volgepland. Grote mensen baan, werkbezoeken, een relatie, elke dag naar de paarden, met de hond weg, vrienden, lesgeven, huishouden, extra baantje voor erbij (goed voor op het CV’tje, ja toch!), op huisdieren van anderen passen, familie, verjaardagen, feestjes, festivals, avondjes uit, dagjes weg, vakanties, altijd klaarstaan voor de hele wereld en ga zo vooral nog ff een half uurtje door. Ik vond het heerlijk. Allemaal leuke dingen. Ik was verslaafd aan de rush van de dag. Ik werd letterlijk geleefd en ik had geen minuut tijd voor mezelf. Geen tijd om na te denken. Ik kon simpelweg niet op de bank zitten. Niks voor mij. Ik werd er onrustig van en ik voelde me nutteloos. Mensen die op de bank zitten zijn lui en die mensen bereiken helemaal niks. Dat was mijn ongezouten mening.
Niet veel later stortte ik in. Burn-out. Top, niet zien aankomen. Kutzooi. Karma is a bitch, met je: ”pff hoe kun je nou een burn-out krijgen. Wat een bullshit”. Ik kan je vertellen; op het moment dat je instort lig je ondersteboven in een diepe put als een soort stervende kangoeroe en verdrink je in een zwarte zee van je eigen tranen die rechtstreeks uit je zwarte ziel komen. Stel je toch ALSJEBLIEFT niet zo aan, dacht ik. Ik was boos op mezelf en vooral teleurgesteld. Ik schaamde me kapot en na een paar weken had ik een blauwe reet van alle schoppen die ik mezelf probeerde te geven. Ik had spijt van alle gedachten die ik ooit had over een burn-out of mensen die ’s avonds op de bank zaten.
Met wallen zo dik en donker als Big Mama (slapen behoort in deze periode namelijk helaas niet tot de mogelijkheden) sta ik een week later met frisse tegenzin aan de deur bij meneer de psycholoog. Dat moet tegenwoordig als je één van de vele, zwakke millenials bent die de strijd tegen het leven heeft verloren. Vervelend, maar komt vaker voor. Je bent niet de enige.
Een meneer met grijs, lang haar en een rond brilletje opent de deur van zijn spreekkamer. Hij draagt een verwassen, donkerblauwe hippieblouse en sandalen met sokken. Ik hoop dat hij niet degene is die mij moet gaan helpen om uit deze put te klimmen. Deze man is sowieso veel te high door de hasj en zweeft zonder twijfel ergens op een andere planeet. Helaas. De meneer moet mij hebben.
Geef de beste man een kans, Max. Erger dan dit wordt het niet.
Na dertig minuten loop ik naar buiten. Geen idee wat de beste man gezegd heeft. Behalve: tot volgende week. Top. Ik moet dus nog een keer. Zucht. Ik stap in mijn auto en kom tot de conclusie dat ik eigenlijk totaal geen meerwaarde zie in deze zwevende man met sandalen om zijn poten gebonden. Ik los het zelf allemaal wel op. Ik ben er helemaal klaar mee. Met alles en iedereen. Ik bel mijn moeder met dit verhaal. ”Ga nou maar gewoon nog een keer”, zegt ze. Moeders hebben altijd gelijk, dat is een feit. Ik besluit de afspraak te laten staan. Vooruit dan, ik ga wel gewoon nog een keer. Hoef ik ook niet af te zeggen.
Met 3 zelfgemaakte protestborden met daarop teksten als: ”I SUCK” – ”I DON’T WANT TO BE HERE” – ”BETTER HELP ME BITCH” en kettingen om mijn onderbenen loop ik een week later toch maar opnieuw het kamertje binnen. Ik wil tenslotte beter worden en verder gaan met mijn leven.
-Hoe is het, Maxime?
-Ah wat lief dat je het vraagt. Het gaat super goed, dankje. Voel me top op het moment! Ik ben lekker vrij, ik hoef niet te werken en ik heb alle tijd om heel de dag in bed te liggen janken! Mijn baas is kwaad op me omdat ik het niet voor elkaar heb gekregen om dit fantastische nieuws per telefoon te brengen (ik heb het per e-mail gedaan, slapzak!), ik word zes keer per dag gebeld door de ARBO-arts en ik heb geen energie om wie dan ook onder ogen te komen of om te gaan trainen. Het enige waar ik wel een klein beetje tegenaan loop is dat slapen niet lukt de afgelopen dagen. Maar weet je, in het kader van positief denken; dat hoeft ook helemaal niet! Who needs sleep when you doet helemaal geen flikker! Kom helemaal tot rust! Love my life so much!What the fuck, human…..
Meneer de psych tekent een horizontale lijn op een verfrommeld stuk papier en zet een kruis helemaal links op de lijn. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Wat is dit nu weer? Mijn grafsteen?
-Waar kom je vandaan?
-Gewoon… Uit Tilburg. Heb je m’n dossier niet gelezen?
-Ik bedoel; hoe zag je leven er tot voor kort uit?
-Oh. Zeg dat dan met je zweverige gejank. Jezus wat een domme vraag. Ik kom van ”HET LEVEN”, meneer de tovenaar. Heb een relatie, top vriendinnen, ik werk, geef les, train elke dag en ik doe leuke dingen. Ik leef zoals iedereen van mijn leeftijd en dat wil ik blijven doen, als het even kan.
-Oké, laten we verder gaan.
Graag. Des te eerder ben ik weg uit dit stinkende kamertje van 1 bij 2.
Hij kijkt weer naar zijn papier en gaat met zijn pen terug naar de horizontale lijn. Hij zet nu een kruisje helemaal rechts op de lijn.
-Waar ben je nu en wat gebeurt er op dit moment met je?
-Nou, vriend, ik lig als een fucking stervende kangoeroe in een stinkende put, ik verzuip in zwart water en ik wil helemaal niks meer. Van niemand. Ik heb nergens zin in en iedereen is verdomd irritant. Jij ook. Niemand snapt hier ook maar iets van en ik ben kwaad, teleurgesteld, verdrietig, moe en daarnaast ben ik naast mijn eigenwaarde ook 5 kilo en 80 plukken haar verloren. Laat me met rust en paas me een goddamn tissue want m’n mascara druipt over mijn uitgemergelde kop en wurmt zich in de groeven van mijn uitgedroogde lippen. Prikt.
-Waar moeten we naartoe, denk je?
-Weet ik veel. Naar Bali, ofzo? Hoezo heb je het trouwens over waar we naartoe moeten? Ik wil niet met jou naar Bali. Je stinkt.
Ik blijf stil en trek mijn schouders op als een klein kind. Met glazige, waterige ogen kijk ik hem aan in de hoop dat hij een antwoord heeft op de vraag die hij me twee seconden geleden stelde.
Hij beweegt zijn pen opnieuw richting het papier en zet een kruis in het midden van de horizontale lijn, precies tussen de twee kruizen links en rechts. Hij zet de punt van zijn pen op het meest linkse kruis en beweegt langzaam richting het meest rechtse kruis.
–Waar je vandaan komt, Maxime, is niet goed. Dat blijkt uit waar je nu bent. Snap je dat?
-Nee. Ik snap er geen ene reet van, beste man. WAT IS HET PROBLEEM EN WAAR IS DIT IN GODSNAAM MISGEGAAN? Ik leef al jaren op deze manier en het is altijd prima gegaan. Ik ben een professional in het vol plannen van mijn leven en ik zie geen probleem. Dus nee. Ik snap het niet.
-Wat mij een heel mooi streven lijkt, is om in het midden van deze twee punten te gaan zitten en een balans te creëren tussen wat je allemaal wil en wat je daadwerkelijk kán.
Janken.
De man heeft gelijk. Met zijn zweverige gezever. Of je nou wil of niet, of je Sandalen Dude nu irritant vindt of niet, die tranen komen er hoor. In je face. Gratis. Wat is dit toch joh, wie is dit jankende kind?
Ik loop naar buiten. Ik zie in dat het écht anders moet vanaf nu. Ik probeer te accepteren dat het niet zo goed gaat op dit moment en probeer de balans van de tovenaar te vinden. Zo’n 9 maanden later heb ik die balans weer gevonden door onder andere mindfulness, praten, hersendodend werk op stal en een heel fijne vakantie.
Ik kan me van deze periode van ongeveer 9 maanden niet heel veel meer herinneren. Misschien maar goed ook. Waarschijnlijk was ik niet de meest leuke persoon op de wereld in die tijd. Sorry aan iedereen die dit heeft meegemaakt. Traumaverwerking staat klaar. Het is letterlijk een soort zwarte bladzijde in mijn boek geworden. Bovenstaand gesprek met meneer de psych is een van de weinige dingen die ik heb onthouden en het zet me nog steeds zo nu en dan aan het denken.
Ik ben gelukkig nu, echt gelukkig. Ik heb mijn eigen appartementje, ik heb een leuke baan, een goede band met mijn familie en ik hou heel veel van alle mensen die dicht bij me staan. Ik houd twee avonden per week écht helemaal voor mezelf en ik heb de afgelopen maanden geleerd dat ik niet heel de wereld op mijn schouders kan dragen. Dat je juist dingen bereikt op het moment dat je niks moet. Ik doe leuke dingen en ik heb nu ook tijd voor spontane plannen. Ik durf een pas op de plaats te doen en belangrijker: ik durf nee te zeggen. Ik droom over mooie reizen die ik graag wil maken en besef steeds vaker dat het kan. Het kan. Ik ben vrij om te gaan en staan waar ik wil. Deze gedachte is zo nieuw dat ik soms niet eens weet wat ik er mee aan moet. Maar het bevalt me erg goed.
Soms is het leven meer dan alles uitstippelen, plannen en druk zijn. De mooie dingen komen vaak als je even niks doet of plant. Die dingen komen juist als je even op de bank gaat zitten met een glaasje wijn.