Zit ik dan. Alleen op de bank met een glaasje wijn. Te staren naar mijn spiegelbeeld in de reflectie op het tv-scherm. Ik lach een beetje. Mijn haar zit als een drol op mijn hoofd en ik leef al de hele week in dezelfde zwarte hoodie. Wat een wereld, wat een bizarre situatie en wat een onzekerheid.
Ik had niet gedacht ooit zoiets als dit mee te maken. Dat wat twee maanden geleden nog zo normaal was, lijkt nu zó ver weg en ongrijpbaar. Zorgeloos naar de kroeg en elkaar een knuffel geven was ooit uiterst vanzelfsprekend. Inmiddels heeft het plaatsgemaakt voor verdriet, chaos, (sociale) isolatie en onzekerheid.
Ik loop door de binnenstad. Gek genoeg voelt het als zondagochtend. Alsof de stad zijn roes nog uitslaapt. Ik voel een oase van rust en neem de lege terrassen en de gesloten deuren in me op… Het is een rare gewaarwording. Ik realiseer me dat de stad voorlopig nog wel even zal slapen en ik weet niet of ik er alleen maar heel verdrietig van word, of dat het me misschien ergens ook wel rustig maakt. Diep van binnen.
Ik ben niet zo’n ster in stomweg thuis zijn. Ik ben liever bezig of onderweg. ”Toen alles nog normaal was” had ik het gevoel dat ik dingen miste als ik thuis was. In plaats van rustig op de bank te zitten dacht ik alleen maar aan dingen die ik ook zou kunnen doen. FOMO. Fear of missing out. Het maakte me onrustig, geïrriteerd en misschien zelfs op sommige momenten jaloers.
Nu vrijwel iedereen in hetzelfde schuitje zit, lijkt het alsof mijn altijd aanwezige FOMO-bestie geen kans van overleven heeft in mijn hoofd. Zo geleidelijk als ze erin sloop, zo plots lijkt ze te zijn vertrokken… Als ik klaar ben met werken zit ik rustig op de bank en merk ik dat ik dat best oké vind. Ik merk dat ik mezelf eigenlijk best oké gezelschap vind om mee op de bank te zitten.
Zondagochtend maakte ik niet altijd even bewust mee. (Ik geef de schuld aan borrels en feestjes op zaterdagavond.) Toch heeft ze mijn aandacht nu. Zondagochtend laat me onverwacht ineens genieten van de rust. Het enige wat ik hoef te doen is er alleen even te zijn. Hoe simpel is het?